e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spelletje partijtje: pertieke (Merkelbeek), potje: pøͅtjə (Merkelbeek), spelletje: sjpielke (Merkelbeek) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] III-3-2
spenen spenen: sjpene (Merkelbeek) spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] III-2-2
sperma zaad: zaod (Merkelbeek) Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)] III-1-1
sperziebonen sperziebonen: eigen spellingsysteem  spercīeboon (Merkelbeek) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] I-7
spiertje trekken loten: lote (Merkelbeek) Loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen]. [N 88 (1982)] III-3-2
spijbelen langs de school stritsen: vgl. Sittard Wb. (pag. 409): sjtritse, gappen.  zich langs de sjoel sjtritse (Merkelbeek) wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)] III-3-1
spinnen snorren: eigen spellingsysteem  sjnorre (Merkelbeek) Hoe noemt u een snorrend, brommend geluid maken, van katten, meestal ten teken van welbehagen (korzen, spinnen, ronken, snurken, snorren, minzen) [N 83 (1981)] III-2-1
spint, zachte houtlaag onder de schors bast: eigen spellingsysteem  bast (Merkelbeek) De jonge zachte houtlaag onder de schors (spint, bast). [N 82 (1981)] III-4-3
spitse eind van een ei kop: kop (Merkelbeek) Het spitse eind van het ei bij het eieren tikken. [N 88 (1982)] III-3-2
spitskool spitskool: eigen spellingsysteem  sjpitskoël (Merkelbeek) De koolsoort met puntig toelopende kroppen; spitskool (spitskool, suikertop, kegel). [N 82 (1981)] I-7