e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steen steen: eigen spellingsysteem  sjteen (Merkelbeek) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] III-2-3
steenpuist, bloedzweer steenpuist: sjteenpuust (Merkelbeek) Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
stelpen van bloed compressen (<fr.): (niet zo goed leesbaar)  keempresse (Merkelbeek) Stelpen van bloed (struppen, stuffen, stulpen, stelpen). [N 84 (1981)] III-1-2
stemmen stemmen: sjtömme (Merkelbeek) zijn stem uitbrengen bij verkiezingen [stemmen, doppen] [N 90 (1982)] III-3-1
stempelen stempelen: sjtempele (Merkelbeek) het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)] III-3-1
stemvork stemvork: sjtøͅmvoͅrk (Merkelbeek) Het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork]. [N 90 (1982)] III-3-2
stenen omheining tuin: toen (Merkelbeek) een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)] III-2-1
stengel, steel stengel: štaŋǝl (Merkelbeek) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
sterrenbeelden dodenwagen: dodenwagen  doedewage (Merkelbeek), grote beer: grote beer  grote beer (Merkelbeek) sterrenbeeld [DC 49 (1974)] III-4-4
sterven creperen: eigen spellingsysteem  krepere (Merkelbeek), doodgaan: eigen spellingsysteem  daodgao (Merkelbeek), kapotgaan: eigen spellingsysteem  kapot gao (Merkelbeek), sterven: eigen spellingsysteem  sjterve (Merkelbeek) Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] III-4-2