e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deurwaarder deurwaarder: duërwaarder (Merkelbeek) de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)] III-3-1
diabolo diabolo: diabolo (Merkelbeek) Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)] III-3-2
dienblad dienblad: deͅi̯nblāt (Merkelbeek) dienblad [DC 27 (1955)] III-2-1
dienstplicht doen dienen: dene (Merkelbeek) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dij dij: dij (Merkelbeek), dī (Merkelbeek) dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
dijk dijk: diek (Merkelbeek) een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] III-3-1
dik sap van steenvruchten gom: eigen spellingsysteem  goem (Merkelbeek) stijf geworden sap uit steenvruchte (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)] I-7
dikke neus jodenneus: juddenaas (Merkelbeek) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dinsdag voor aswoensdag carnavalsdinsdag: karnavalsdeesdig (Merkelbeek) De naam voor de dinsdag vóór aswoensdag [carnavalsdinsdag]. [N 88 (1982)] III-3-2
dirigent dirigent: dirigent (Merkelbeek) De leider van een orkest of koor [dirigent, muziekmeester]. [N 90 (1982)] III-3-2