21493 |
deurwaarder |
deurwaarder:
duërwaarder (Q034p Merkelbeek)
|
de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22378 |
diabolo |
diabolo:
diabolo (Q034p Merkelbeek)
|
Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19807 |
dienblad |
dienblad:
deͅi̯nblāt (Q034p Merkelbeek)
|
dienblad [DC 27 (1955)]
III-2-1
|
21753 |
dienstplicht doen |
dienen:
dene (Q034p Merkelbeek)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17676 |
dij |
dij:
dij (Q034p Merkelbeek),
dī (Q034p Merkelbeek)
|
dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21155 |
dijk |
dijk:
diek (Q034p Merkelbeek)
|
een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33520 |
dik sap van steenvruchten |
gom:
eigen spellingsysteem
goem (Q034p Merkelbeek)
|
stijf geworden sap uit steenvruchte (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)]
I-7
|
17611 |
dikke neus |
jodenneus:
juddenaas (Q034p Merkelbeek)
|
neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
22481 |
dinsdag voor aswoensdag |
carnavalsdinsdag:
karnavalsdeesdig (Q034p Merkelbeek)
|
De naam voor de dinsdag vóór aswoensdag [carnavalsdinsdag]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22665 |
dirigent |
dirigent:
dirigent (Q034p Merkelbeek)
|
De leider van een orkest of koor [dirigent, muziekmeester]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|