e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doelpunt goal (eng.): gool (Merkelbeek) Doelpunt. [DC 49 (1974)] III-3-2
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Merkelbeek), hoorn: hōârə (Merkelbeek), horen: hōərə (Merkelbeek), vogel: vōəgəl (Merkelbeek, ... ) doffer: een mannelijke duif [GV K (1935)] || duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1
dokteren dokteren: doktere (Merkelbeek) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 84 (1981)] III-1-2
dolle kervel dolle kervel: dølǝ kervǝl (Merkelbeek) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dom dom: doum (Merkelbeek), stom: sjtoem (Merkelbeek) niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)] III-1-4
domme man lomperd: loemperd (Merkelbeek), rotzak: rotzak (Merkelbeek) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] III-1-4
domme vrouw uilskuiken: uulskuke (Merkelbeek) een dommme vrouw [lut, kul, dulleke] [N 85 (1981)] III-1-4
dompelen dompelen: doempele (Merkelbeek, ... ), soppen: soppe (Merkelbeek) Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)] || in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
donderslag hommelslag: hoemelschlaach (Merkelbeek) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donker, duisterx duister: dūūster (Merkelbeek) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4