e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
harken, werken met de hark harken: hɛ̄rǝkǝ (Merselo) Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3] I-5
hart hart: hart (Merselo), hâ.rt (Merselo) hart [RND], [SGV (1914)] III-1-1
hartig hartig: Dat suupkeis hárteg van smaak  hárteg (Merselo) zoutig III-2-3
haten haten: hate (Merselo) haten [SGV (1914)] III-3-1
haver haver: hāvǝr (Merselo) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
havermout havermout: havermout (Merselo) havermout [SGV (1914)] III-2-3
haverzak kopzak: kǫp˲zak (Merselo) Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10
hazelaar hazelnotenstruik: hazelnotestroek (Merselo), kronkelboom: met grillig gevormde takken  krònkelboeëm (Merselo) hazelaar, soort || hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3
hazelnoot hazelnoot: hazelnoot (Merselo) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hazenleger hazenleger: hazelaeger (Merselo), leger: laeger (Merselo) hazeleger || leger ve haas III-4-2