e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingemaakt voedsel ingemaakt: iengemákt (Merselo), inmaak: We hebbe enne groeëten ienmaak ien de kelder staan  ienmaak (Merselo), We zien mit dn ienmaak verreg  ienmaak (Merselo) de ingemaakte soorten groenten/fruit (sterillisatie) || de totale voorraad ingemaakte groenten/ fruit || ingemaakt III-2-3
ingewanden ingewand: iengewand (Merselo) ingewanden [SGV (1914)] III-1-1
ingezaaid land gezaaid: gǝzē̜i̯t (Merselo) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
inkuilen inkuilen: inkulǝ (Merselo) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inleggen (in een voor) inleggen: inlęgǝ(n) (Merselo) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inmaakpot moespot: moespot (Merselo), moeston: moestòn (Merselo) pot of ketel waarin kool gekookt of bewaard wordt || vat waarin de kool ingemaakt wordt III-2-1
inmaken inleggen: augurken, eieren  ienlegge (Merselo), inmaken: ienmake (Merselo) inmaken III-2-3
inschenken inschudden: insxødə (Merselo), verschudden: verschudde (Merselo) inschenken || sterke drank schenken III-2-3
inspannen voorspannen: vørspanǝ (Merselo) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
introïtus introtus (<lat.): introitus (Merselo) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3