e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knielkussen kniekussen: kneejkussen (Merselo) Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
kniezen kniezen: knieze (Merselo) kniezen [SGV (1914)] III-1-4
knijpen knijpen: kniepe (Merselo, ... ), nijpen: niepe (Merselo) knellen [SGV (1914)] || nijpen [SGV (1914)] III-1-2
knikker bikkel: bikkel (Merselo) knikker [SGV (1914)] III-3-2
knikkertermen omp: een oneven aantal knikker  omp (Merselo), zetten: met een gelijk getal knikkers van beide zijden spelen  iemand zètte (Merselo) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2
knipogen knipogen: knipoougen (Merselo), knipoogjes geven: knipögskes gêve (Merselo) knipogen [SGV (1914)] III-1-1
knoeien slabben: slabbe (Merselo, ... ) morsen [SGV (1914)] || slabben [SGV (1914)] III-2-3
knoeien, morsen, bevuilen slabben: slabbe (Merselo) morsen [SGV (1914)] III-4-4
knoest kwast: kwâst (Merselo), noest: noest (Merselo), bijv. naamw. niet in gebruik  noest (Merselo) kwast ih hout, noest || kwast, noest || noest [SGV (1914)] III-1-4, III-4-3
knolraap, raap knollen: knǫlǝ (Merselo), reuben: rȳbǝ (Merselo) Brassica rapa L. var. rapa. Knolraap is de gekweekte knol van de plant met de naam raapzaad, die een radijsachtige smaak heeft en doorgaans als veevoeder wordt geteeld, maar ook werd gegeten. Vergelijk ook de toelichting bij het lemma Koolraap (Bovengronds). De knollen zijn wit en hebben de grootte van een appel; het bovenste randje van de knol is vaak purperkleurig. Vaak worden ze in het stoppelveld gezaaid, na de graanoogst. De antwoorden zijn in het meervoud gegeven, behalve voor de verkleinvorm raapje dat aan het einde van het lemma is toegevoegd. [N 7, 16; N 12, 40; N 12A, 4b; JG 1b, 2c; L 6, 3a; L 41, 1; Wi 5; R 3, 31; monogr.; add uit N 12, 41 en Goossens 1963, kaart 20] I-5