e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaadspreekster klappei: kloppĕĕj (Merselo) klappei [SGV (1914)] III-1-4
kwaadspreker kwaadspreker: kwoadsprêker (Merselo) kwaadspreker [SGV (1914)] III-1-4
kwaal kwaal: kwaol (Merselo), kwòl (Merselo) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwabaal en puitaal kwabaal: kwaboal (Merselo) puitaal (kwabaal) [SGV (1914)] III-4-2
kwartel kwartel: kwartel (Merselo) kwartel [SGV (1914)] III-4-1
kwast, noest kwast: kwãst (Merselo), noest: nust (Merselo) Een onregelmatigheid in de houtstructuur van een boom. Kwasten ontstaan op plaatsen waar zich een tak bevindt of heeft bevonden. Zie ook afb. 204. Vgl. voor het woordtype aast ook het Hgd. Ast. [N E, 1; N 50, 76f; N 75, 97a-b; monogr.] II-12
kweek puin: päön (Merselo) kweekgras III-4-3
kweepeer kweepeer: cydonia vulgaris  kweejpaer (Merselo) schijnvrucht I-7
kwellen koeioneren (<fr.): koejeniere (Merselo), sarren: sarre (Merselo), tergen: streepje op de a  tärge (Merselo), villen: WNT: villen, II.5. kwellen, pijnigen.  ville (Merselo) kwellen [SGV (1914)] III-3-1
kwezel vrome ziel: vrome ziel (Merselo) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] III-3-3