e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoenborstel schoenborstel: schoēnbaorsel (Merselo, ... ), wiksborstel: wiksb(a)ors(t)el (Merselo, ... ) schoenborstel III-1-3, III-2-1
schoenen (mv.) schoenen (mv.): schoen (Merselo), schōēn (Merselo) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] || schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schoenen poetsen wiksen: Ge mòt òw goej scho‰n nog wikse: je moet je zondagse schoenen nog insmeren  wikse (Merselo, ... ) met schoensmeer insmeren III-1-3, III-2-1
schoensmeer wiks: wiks (Merselo, ... ) schoensmeer III-1-3, III-2-1
schoffel schoffel: sxufǝl (Merselo) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: sxufǝlǝ(n) (Merselo) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schoft, kwart van een werkdag schoft: schòft (Merselo), schofttijd: (dit is een variant van schòft).  schòfttied (Merselo) kwart van een werkdag III-4-4
schoftriem schouderzeel: sxōu̯ǝrzei̯l (Merselo) Leren band van het borsttuig die over de schoft van het paard heen loopt. [N 13, 53] I-10
schoftzadel zadel: zāl (Merselo) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schol schol: schol (Merselo), sxol (Merselo) schol || schol (platvis) III-2-3