e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sprenkelen met de wijwaterkwast zegenen: zegene (Merselo) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
sprinkhaan koolspringer: koŏlspringer (Merselo), sprinkhaan: sprenkhaan (Merselo), sprinkhaan (Merselo), sprinkhannek: sprinkhánnek (Merselo) sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sproetele (Merselo) sproet(en) [SGV (1914)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sprokkele (Merselo) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
spruitkool, spruitje spruiten: sprute (Merselo), spruut (Merselo, ... ) spruit || spruiten [SGV (1914)] || spruitkool I-7
spruw spruw: spruw (Merselo) spruw [SGV (1914)] III-1-2
spuiten spuiten: spuite (Merselo) spuiten [SGV (1914)] III-4-4
spuwbakje, kwispedoor spijbak: kwispedoor  speejbak (Merselo) spuwbak III-2-1
staakbonen rijzererwten: riēsér(n)t (Merselo), staakbonen: staakboeën (Merselo) klimerwt || staakboon I-7
staakijzer van de windmolen staakijzer: stākīzǝr (Merselo  [(van ijzer)]  ) De rechtstaande spil in de windmolen waaraan aan de bovenzijde het rondsel of de bonkelaar is bevestigd en aan de onderzijde de klauw die in de rijn van de loper past. Zie ook afb. 64.29 en 59. Achter de plaatscode is tussen haakjes vermeld van welk materiaal het staakijzer was vervaardigd. Zie ook het lemma ɛstaakijzer van de watermolenɛ.' [N O, 14i; N O, 14o; A 42A, 14; A 42A, 15; Sche 43; A 42A, 22] II-3