e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stamper stemper: stɛmpǝr (Merselo) Blok, voorzien van één of twee handvatten, dat wordt gebruikt om zand- en kalkkluiten fijn te maken, beton aan te stampen en aarde vast te drukken. Een stamper kan van hout of ijzer vervaardigd zijn. Zie ook afb. 7. [N 30, 20; monogr.] II-9
stamppot potage: petázzie (Merselo), pótázzie (Merselo) stamppot III-2-3
stamppot met stokvis pratmoes: pratmoes (Merselo) soort stamppot III-2-3
stamppot spruiten spruitenmoes: sprutemoes (Merselo) stamppot van spruiten III-2-3
stamppot witte kool witmoes: witmoes (Merselo) (stamppot van) gekookte witte kool III-2-3
standbeeld standbeeld: stanbe.lt (Merselo) standbeeld [RND] III-3-2
standerdmolen kastmolen: kāst[molen] (Merselo) Vierkante, houten windmolen die om een zware verticale spil kan draaien. Zie afb. 6 en 13. Het woordtype gesloten standerdmolen (l 330) verwijst naar een standerdmolen waarbij het onderstel met planken is afgedekt waardoor een bergruimte ontstaat. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32a; A 42A, 52; Sche 3; A 42A, 93] II-3
staven staven: stāvǝ (Merselo) De spijlen van het rondsel of van de wieg in zowel de water- als de windmolen. Zie ook afb. 58. In de meeste watermolens uit het onderzoeksgebied was het rondsel vervangen door een, vaak metalen, kamrad. De benamingen voor de kammen van dit soort raderen zijn geplaatst in het lemma ɛkammenɛ.' [N O, 14b; N O, 50f; Vds 92; Jan 103; Coe 83] II-3
steeg, steegje steeg, steegje: steeg (Merselo) steeg [SGV (1914)] III-3-1
steek steek: steek (Merselo) steek [SGV (1914)] III-1-2