e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafelgebed bidden voor het eten: bidde vur et ete (Merselo) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelkleed overkleed: aoverklieëd (Merselo), tafelkleed: toffelklieëd (Merselo), tafelloper: toffelloeëper (Merselo) tafel- of vloerkleed dat over een ander ligt || tafelkleed || tafelloper III-2-1
tafellaken tafellaken: \'t Toffellake dursneeje: met niemand iets van doen willen hebben Te klaen vur toffellake, te groeët vur \'n servet  toffellake (Merselo) tafellaken III-2-1
tafelpoot tafelpoot: toffelpoeët (Merselo) tafelpoot III-2-1
tak (alg.) tak: tak (Merselo) tak [SGV (1914)] III-4-3
takken (coll.) tak (mv.): tĕk (Merselo) takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
tamme kanarie kanarie: Net zó láng ko‰tele, wies ge van \'n paerd nog enne kenarie aover het: steeds maar ruilen, maar er ook steeds bij inschieten  kenarie (Merselo), kanariepietje: kenariepietje (Merselo) kanarie || kanarievogel III-2-1
tand tand: tand (Merselo), tāānd (Merselo), tānd (Merselo) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): tānd (Merselo) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tanden van een riek rieketanden: rīkǝtānt (Merselo), tanden: tãnt (Merselo) Van de opgesomde termen zijn de niet-samengestelde meestal ook toepasselijk op de tanden van de mesthaak en van de hooivork. Voor het aantal tanden dat een riek kan hebben, zie men het vorige lemma. [N 11A, 13b + 17b; div.; monogr.] I-1