e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
canadapopulier canadas: canadese populier  kánnadas (Merselo) populier, soort III-4-3
canapé, sofa canapè: kánnepeej (Merselo) canapé III-2-1
castreren snijden: snēi̯ǝ (Merselo) Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
cavalier cavalier (fr.): caveljee (Merselo) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: sɛl (Merselo) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cement cement: cement (Merselo) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cementmortel metselspijs: mɛtsǝl[spijs] (Merselo) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
centrale verwarming verwarming: verwaerming (Merselo) verwarming III-2-1
cervelaatworst droogworst: druuëgwaorst (Merselo), rood vlees dat gedroogd wordt  drûûgworst (Merselo), knippelworst: knippelwaorst (Merselo), knuppelworst: knuppelwaorst (Merselo), metworst: metwaorst (Merselo) droogworst [N 06 (1960)] || droogworst, hangend aan een knuppel aan de vliering/zoldering || harde droogworst || worst van fijn gemalen varkensvlees III-2-3
chagrijn chagrijn: sagrien (Merselo), sáchrien (Merselo) chagrijn [SGV (1914)] || chagrijn, verdrietige ontevredenheid III-1-4