19385 |
sierkleedje, antimakassar |
dekje:
dekske (L209p Merselo)
|
gehaakt, gebreid, geborduurd sierkleedje
III-2-1
|
20879 |
sigaar |
neuswarmer:
neuswaermer (L209p Merselo),
sigaar:
n Segaar kri‰ge uut aege doeës: een voordeel ontvangen, dat men uiteindelijk toch zelf moet betalen
segaar (L209p Merselo)
|
sigaar
III-2-3
|
20569 |
sigarenpijpje |
sigarenpijpje:
segarepiepke (L209p Merselo)
|
sigarenpijpje
III-2-3
|
20880 |
sigaret |
sigaret:
segret (L209p Merselo)
|
sigaret
III-2-3
|
17752 |
sik |
sik:
sek (L209p Merselo),
sik (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
Geitenbaard. [N 77, 87; S 32; monogr.] || sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)]
I-12, III-1-1
|
20791 |
sinaasappel |
appelesien:
Appel + sien = China
áppelesien (L209p Merselo),
appelsien:
Appel + sien = China
áppelsien (L209p Merselo),
bloedappelsien:
bloēdappelsien (L209p Merselo)
|
sinaasappel || sinaasappelsoort van binnen rood kleurend na bereikte rijpheid
III-2-3
|
33981 |
singel |
buikband:
būk˱bant (L209p Merselo)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
33993 |
singel voor de paardedeken |
buikriem:
būkrīm (L209p Merselo)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|
23399 |
sint-annabeeld |
sint-anna-te-drien:
st anna te drieen (L209p Merselo)
|
De beeldengroep gevormd door St. Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus [St. Anna te drieën, St. Anna-trits?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23429 |
sint-jozefaltaar |
sint-jozefaltaar:
sent juəzeͅfaltōͅt (L209p Merselo)
|
Het (zij)altaar dat is toegewijd aan de H. Jozef en waarop of waarboven zijn beeltenis zich bevindt [St.Jozef-altaar]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|