23328 |
spoken (ww.) |
spoken:
spoouke (L209p Merselo)
|
spoken (ww.) [SGV (1914)]
III-3-3
|
23329 |
spook |
spook:
spoo.uk (L209p Merselo)
|
spook [SGV (1914)]
III-3-3
|
26307 |
spoorwiel |
spoorwiel:
spoorwiel (L209p Merselo)
|
Het kamrad onder aan de koning dat in de rondsels of bonkelaars van de staakijzers grijpt; de kammen staan ofwel loodrecht op de wielschijf of in het verlengde ervan. Zie ook afb. 59, 63 en 64.26. In l 381b bevindt het spoorwiel zich op de steenzolder van de molen. [N O, 50i; N O, 50j; A 42A, 104, Sche 41]
II-3
|
34483 |
sporen van de haan |
hanenpoten:
hānǝpȳt (L209p Merselo)
|
Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.]
I-12
|
24493 |
sporkehout |
duivelskral:
bes vd vuilboom
dūvelskral (L209p Merselo),
peggenhout:
vd rhamnus frangula; men snijdt er peggen (houten pennetjes) van
peggehaolt (L209p Merselo)
|
vrucht vd vuilboom || vuilboomhout
III-4-3
|
19707 |
sport van een stoel |
sproot:
sproeët (L209p Merselo)
|
dwarsverbinding tussen de stoelpoten, tafelpoten
III-2-1
|
19359 |
spotten |
spotten:
spotte (L209p Merselo)
|
spotten [SGV (1914)]
III-1-4
|
24248 |
spotvogel |
spotlijster:
mimus polyglottus
spotliester (L209p Merselo)
|
spotlijster
III-4-1
|
24249 |
spreeuw |
spraan:
spraon (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
sproan (L209p Merselo)
|
Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw [SGV (1914)]
III-4-1
|
21352 |
spreken, praten |
praten:
praote (L209p Merselo),
proate (L209p Merselo),
prote (L209p Merselo),
pròte (L209p Merselo),
spreken:
sprêke (L209p Merselo)
|
praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)]
III-3-1
|