e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwelken versladderen: versladdere (Merselo) verwelken, verflenzen III-4-3
verwend kindje moederskindje: moēderskiendje (Merselo) verwend kind III-2-2
verwonderd staan (verwonderen) verwonderen: verwoondere (Merselo) verwonderen III-1-4
verzopen kalk verzopen: verzopen (Merselo) Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.] II-9
verzopen mortel verzopen: vǝrzǭpǝ (Merselo) Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
vespers vespers (<lat.): vespers (Merselo) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] III-3-3
vest vest: vèst (Merselo) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
vetkaars vetkaars: vetkérs (Merselo) vetkaars III-2-1
veulen veulen: vø̄lǝ (Merselo) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: gəvî:rt (Merselo) gevierd [RND] III-3-2