20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
koffiedrènke (L209p Merselo),
’t kóffiedrinke (L209p Merselo),
koffietijd:
koffietied (L209p Merselo),
ca 10.30 of ca 16.00 uur
koffietied (L209p Merselo)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || koffietijd || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
23739 |
vijf wonden van christus |
vijf wonden:
vief wonde (L209p Merselo)
|
De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20894 |
vijg |
vijg:
viēg (L209p Merselo)
|
vijg
III-2-3
|
25354 |
vijl |
vijl:
vil (L209p Merselo)
|
In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.]
II-12
|
24961 |
vijver |
kuil:
kul (L209p Merselo)
|
Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.]
I-8
|
30793 |
vilder |
vilder:
veldǝr (L209p Merselo)
|
Iemand die het villen van dood vee en paarden als beroep uitoefent. [S 40; monogr.]
II-10
|
30794 |
villen |
villen:
velǝ (L209p Merselo)
|
Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.]
II-10
|
25270 |
vim, maat voor schoven |
vim:
vem (L209p Merselo),
Note: een verzameling van ± 100 schoven. Meestal 12 "gaest"van 8 schoven.
vim (L209p Merselo)
|
oude maat
III-4-4
|
24386 |
vin |
vin:
vin (L209p Merselo),
vinne (L209p Merselo)
|
vin [SGV (1914)] || vinnen [SGV (1914)]
III-4-2
|
17825 |
vinden |
vinden:
viene (L209p Merselo)
|
vinden [SGV (1914)]
III-1-2
|