20467 |
vrouwziek |
maagdjesgek:
megjesgek (L209p Merselo),
op jacht zijn:
òp jácht zien (L209p Merselo)
|
meisjesgek || op een meisje uit zijn
III-2-2
|
19498 |
vuilnisbak |
dreksbak:
dreksbák (L209p Merselo),
Ok ien ennen dreksbák viende wel \'s wat van waerde: ook van het schijnbaar waardeloze kan men soms iets leren
dreksbák (L209p Merselo)
|
asemmer || vuilnisemmer
III-2-1
|
32616 |
vulopening |
bomgat:
bomgat (L209p Merselo)
|
De opening in de buik van de houten gierton, waardoor de opgeputte gier via een trechter in de ton werd gegoten. Van de onderstaande termen, die geen van alle specifiek zijn voor de vulopening van de oude gierton, zijn bomgat, spongat e.d. op één der openingen van houten tonnen in het algemeen van toepassing. [JG 1b add.; N 11A, 53b; monogr.]
I-1
|
29814 |
vuurvaste stenen |
vuurvaste stenen:
vȳrvastǝ stęǝn (L209p Merselo)
|
Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.]
II-8
|
25125 |
waaienx |
waaien:
et wø͂ͅjde (L209p Merselo),
waeje (L209p Merselo),
met lengteteken op de a
wäje (L209p Merselo)
|
het waaide [SGV (1914)] || waaien [SGV (1914)]
III-4-4
|
18860 |
waarderen |
waarderen:
wátdieëre (L209p Merselo)
|
waarderen
III-1-4
|
21457 |
waarschuwen |
waarschuwen:
woarschouwe (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
waarschuwen [SGV (1914)]
III-3-1
|
20440 |
wachthouden bij een dode |
lijkbidden:
het bidden bij een lijk vóór de begrafenis
liekbidde (L209p Merselo)
|
lijkbidden
III-2-2
|
20740 |
wafel |
wafel:
wafel (L209p Merselo),
wafels (L209p Merselo),
wŏafel (L209p Merselo),
wŏafels (L209p Merselo),
De rug án t vuËr, dn boek tigge de toffel en ien de hând n woffel
woffel (L209p Merselo)
|
wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)]
III-2-3
|
19814 |
wafelijzer |
wafelijzer:
woffeliēzer (L209p Merselo)
|
wafelijzer
III-2-1
|