24306 |
brasem |
brassem:
bressem (L209p Merselo)
|
brasem
III-4-2
|
33983 |
brede buikriem |
kwikband:
kwikband (L209p Merselo)
|
Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73]
I-10
|
18786 |
breien |
breien:
breie (L209p Merselo)
|
breien [SGV (1914)]
III-1-3
|
24475 |
brem |
brem:
brem (L209p Merselo)
|
brem [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
17804 |
brengen |
brengen:
brènge (L209p Merselo)
|
brengen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18099 |
breuk |
breuk:
breuk (L209p Merselo)
|
breuk [SGV (1914)]
III-1-2
|
23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
brevier (L209p Merselo)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|
21250 |
brief |
brief:
brî:f (L209p Merselo),
doar gêêf ik ouw èn briefke van = dat verzekeri u
brīēf (L209p Merselo)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
briesen:
brisǝ (L209p Merselo)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
19419 |
briket |
briket:
brekét (L209p Merselo)
|
briket
III-2-1
|