e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepelrek lepelenrek: liepelerik (Mesch) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leren beenkap gamasche: kemasju (Mesch) lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] III-1-3
levend vlees onder de huid leven, het -: liéeve (Mesch) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: de lièver (Mesch) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
lichaam lichaam: liechaam (Mesch) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht lichaamskracht: lichams krach (Mesch, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht lichaamsvocht: liechemsvoch (Mesch) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lidmaat, ledematen lidmaat, ledematen: lietmaot (Mesch) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lies lies: lies (Mesch) lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
liggende rollaag kopse laag: kǫpsǝ lǭx (Mesch) Muurafdekking in de vorm van een laag op hun kant liggende metselstenen. Woordtypen als 'halfsteens rollaag' (L 289, Q 111), 'halfsteense rollaag' (L 290, L 291, L 382, Q 99*, Q 121) en 'steensrollaag' (Q 39) verwijzen naar de hoogte van de rollaag. [N 31, 23d; monogr.] II-9