e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loeren loeren: loore (Mesch) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
long long: lōng (Mesch) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1
loon loon: loen (Mesch) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
lopen lopen: lòpe (Mesch) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
losse linnen halsboord boordje: börtschu (Mesch) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
luchtbel lochtbel: lǫx˱bɛl (Mesch) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtpijpen luchtpijpen: lochpiepe (Mesch) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luier luier: luujer (Mesch) luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] III-2-2
maag maag: de maach (Mesch) maag [maach, maacht] [N 10 (1961)] III-1-1
mager schraal: schraal (Mesch) mager [schrepel, schraal] [N 10 (1961)] III-1-1