21675 |
wbd: afzeggen |
verbreken:
de koop verbrieeke (Q198a Mesch)
|
ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21683 |
wbd: in trek |
willig zijn:
willug (Q198a Mesch)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
laten zitten:
sjoen loate ziette (Q198a Mesch)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17575 |
weerborstel |
valse struif:
valsche schtroef (Q198a Mesch)
|
valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33658 |
weiland in het algemeen |
waas:
wās (Q198a Mesch)
|
Het totaal aan grasland waarop men de koeien kan laten grazen en waarop men kan hooien. [N 6, 33b; N P, 5; N 14, 50a; S 43; RND 20; A 10, 3; A 10, 4; monogr.]
I-8
|
29932 |
werkjasje |
kieltje:
kēlkǝ (Q198a Mesch)
|
De kiel die men in L 321 kende, reikte tot even over de heupen, was hoog gesloten en had een klein, staand boordje en twee opgestikte zakken. Het jasje was vervaardigd van lichtbruine 'pilo' ('pi`lo'), een stof die volgens de zegsman gauw vaal werd. [N 30, 5b; monogr.]
II-9
|
33300 |
wieden, algemeen |
geden:
gē̜i̯ǝ (Q198a Mesch)
|
Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b]
I-5
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
kepie:
kepie (Q198a Mesch)
|
regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17667 |
wijsvinger |
wijsvinger:
wiesvinger (Q198a Mesch)
|
wijsvinger [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17576 |
wilde hoofdharen |
vlegelsharen:
vliegelshaore (Q198a Mesch)
|
hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|