e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persen persen: paarse (Meterik) persen [SGV (1914)] III-1-2
persen van turf persen: pɛrsǝ (Meterik) Persen van turf tot turfpakketten. [II, 114c] II-4
persoon die altijd op de hort is richtige schop: ’t is een richtigə schuup (Meterik) Uitdrukking voor: veel weg zijn; dikwijls niet thuis wezen (een dergelijke uitdrukking wordt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaak weg om dat goed te doen) [DC 28 (1956)] III-3-1
persturf persturf: pɛrstø̜rǝf (Meterik) Turf uit verschillende soorten veen of alleen uit zwartveen samengeperst. [II, 113] II-4
perzik peers: piers (Meterik) perzik [SGV (1914)] I-7
pet: algemeen kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed, of (mans- of jongens)pet.  kieps (Meterik) pet [SGV (1914)] III-1-3
peulvruchten afhalen pezen: pêze (Meterik, ... ) boonen afhalen [SGV (1914)] III-2-3
pijn pijn: pin (Meterik) pijn [RND] III-1-2
pijperd pijperd: pipǝrt (Meterik), pīpǝrt (Meterik) Een lichte soort turf. [I, 64b] || Turfsoort van het zwartveen. Zie ook het lemma ''haverstro of pijperd''. [II, 52c] II-4
pink pink: peŋk (Meterik) Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] I-11