e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruiken ruiken: ruukə (Meterik) ruiken [DC 53 (1978)] III-1-1
ruin ruin: ryn (Meterik) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruiten in het kaartspel ruiten: rōertə (Meterik), rōēten as (Meterik) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)] || Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2
rund beest: bīǝst (Meterik), rind: rent (Meterik) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: hōrsel (Meterik), runderhorzel: ründərhoͅrzəl (Meterik) horzel [SGV (1914)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] III-4-2
rups rups: roeps (Meterik, ... ) rups [SGV (1914)] III-4-2
rusten rusten: röste (Meterik) rusten [SGV (1914)] III-1-2
ruw, hard ruw: roow (Meterik) ruw [SGV (1914)] III-3-1
ruw, ruig ruw: roow (Meterik, ... ) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
sacristie gerfkamer: gerfkamer (Meterik), sacristie: sacristie (Meterik) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3