e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdriet; verdriet doen leed: līēud (Meterik), verdriet: verdreet (Meterik) leed [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verf verf: vɛrǝf (Meterik) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
vergoeden vergoeden: vergŏŏje (Meterik) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
verjaardag verjaardag: verjoardaag (Meterik) verjaardag [SGV (1914)] III-3-2
verkeren vrijen: vri-je (Meterik) vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering hebben vrijen: vri-je (Meterik) vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verklaren verklaren: verkliare (Meterik) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkoper verkoper: verkōēupe (Meterik) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden verkoud: ik siej vəRkēlt gəWôRtə (Meterik) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verliezen verliezen: verleeze (Meterik, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2