e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veulen veulen: vø̄lǝ (Meterik) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: gəve.ərt (Meterik) gevierd [RND] III-3-2
viertakrijn viertakt: viertakt (Meterik) Rijn met vier rijntakken. [N O, 15d; A 42A, 21; Vds 132; Coe 101; N O, 15b; N O, 15c] II-3
vijl vijl: vil (Meterik) In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-12
vilder vilder: veldǝr (Meterik) Iemand die het villen van dood vee en paarden als beroep uitoefent. [S 40; monogr.] II-10
villen villen: velǝ (Meterik) Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.] II-10
vim vim: vim (Meterik) Een langwerpige hoop opgestapelde turven. In II, 84c is gevraagd naar een ''turfhoop''; in A 25, 2a is gevraagd: "Kent u in uw dialect het woord ''viem'', ''vim'', ''vem'', ''vijm'', ''vum'' of een daarop gelijkend woord in de betekenis van een bepaalde maat, hoeveelheid (graan, hout, turf, enz.)?; in A 25, 2b is gevraagd: "Voor welke zaken gebruikt men deze maat en hoe groot is die?" en in A 25, 2c is gevraagd: "Kent u het woord ook in de betekenis van "stapel"? Uit de Amsterdamse lijsten zijn alleen die opgaven gelicht die op een ''maat voor turf'' of een ''stapel turf'' betrekking hebben. Een vim is smaller dan een bult en langwerpig kegelvormig. In L 245 is de vim 3 à 4 turflengten breed. [II, 84c; A 25; 2a; A 25, 2b; A 25, 2c] II-4
vimmen vimmen: vimǝ (Meterik) Als de turf nog te nat is in het najaar, wordt hij gevimd. [II, 85a] II-4
vinden vinden: vīnge (Meterik) vinden [SGV (1914)] III-1-2
vinger vinger: vingers (Meterik), viŋər (Meterik) vinger [RND] || vingers [SGV (1914)] III-1-1