e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haverstro of pijperd pijperd: pipǝrt (Meterik) Een lichtere veensoort dan het zwarteveen met veel overblijfselen van de moerasplant Scheuchzeria erin. [I, 2b] II-4
hazelnoot hazenoot: heisenoot (Meterik) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3
hazenleger legter: legtər (Meterik) leger, ligplaats ve haas [DC 54 (1979)] III-4-2
hecht van een mes hecht: hicht (Meterik) heft [SGV (1914)] III-2-1
heer heer: hiər (Meterik) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: hies (Meterik) hees [SGV (1914)] III-1-2
hei maaien hei houwen: hē̜j hǫwǝ (Meterik), hei maaien: hē̜j mɛ̄jǝ (Meterik) Het heide maaien had in de vroege landbouweconomie van de zanddorpen van de Peel een belangrijke betekenis in verband met bemesting. Heizoden worden soms ook opgestookt. [I, 25] II-4
heidegrond of heide hei: hē̜j (Meterik) Van de heide worden plaggen of zoden gestoken die ook als brandstof gebruikt kunnen worden. [II, 123] II-4
heilig heilig: heilig (Meterik) heilig [SGV (1914)] III-3-3
heiplaggen neerleggen weggooien: (de plaggen worden) weggegooid (Meterik) Bij het steken van plaggen deze achter de steker zelf neerleggen. [I, 31] II-4