e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koningin moer: mōr (Meterik) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
kookkachel, fornuis fornuis: fərny(3)̄s (Meterik) fornuis [SGV (1914)] III-2-1
koolwitje koolwitje: ko.lwEtjə (Meterik) koolwitje [DC 18 (1950)] III-4-2
koopwaar waar: waar (Meterik) waar (goede ~) [SGV (1914)] III-3-1
koor koor: koeur (Meterik) koor [SGV (1914)] III-3-3
koorts koorts: ko:rts (Meterik), koorts (Meterik), kursə (Meterik) koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2
kopen kopen: kōēupe (Meterik) koopen [SGV (1914)] III-3-1
kopje kopje: køͅpkə (Meterik) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1
koppen koppen: kopǝ (Meterik) De breedte van de turf snijden. [II, 38c] II-4
koppig koppig: kóppig (Meterik) koppig [SGV (1914)] III-1-4