e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreeft kreeft: kreft (Meterik) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Meterik) krekel [SGV (1914)] III-4-2
krentenbrood krentenweg: kreentewek (Meterik), pruimpjesweg: prūmkeswek (Meterik), schietsspoel: schitsspoal (Meterik) krentenbrood [SGV (1914)] || wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)] III-2-3
kreunen kermen: kerme (Meterik) kreunen [SGV (1914)] III-1-4
krijgen krijgen: kriege (Meterik) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krols drals: drals (Meterik) loops, geslachtsdriftig ve kat [N C (1962)] III-2-1
krom, met bochten krom: kroomp (Meterik, ... ) krom [SGV (1914)] || krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4
krommen krommen: krŏŏmme (Meterik) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen krommen: kroomme (Meterik), ombuigen: umbúge (Meterik) krommen [SGV (1914)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kropgat kropgat: krǫp˲gat (Meterik) Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h] II-3