33740 |
prikkeldraad |
puntdraad:
pøntdrǭt (L245p Meterik)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
tol:
tōl (L245p Meterik)
|
tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
pərbeerə (L245p Meterik)
|
proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
persɛ̄sie (L245p Meterik)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (L245p Meterik, ...
L245p Meterik)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)]
III-1-1, III-2-3
|
18221 |
pronken |
pronken:
proonke (L245p Meterik)
|
pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
21354 |
pruis |
pruis:
Pruus (L245p Meterik)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
21355 |
pruisen |
pruisen:
Pruuse (L245p Meterik)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18908 |
prutser |
sukkelaar:
sukkeler (L245p Meterik)
|
sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pymstiǝn (L245p Meterik)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|