26813 |
in hoopjes zetten, van turf gezegd |
op kegels zetten:
op kēgǝls zetǝ (L245p Meterik)
|
[I, 77]
II-4
|
27061 |
in hopen staan van de zwarte turf |
in bulten staan:
en bøltǝ stǭ (L245p Meterik)
|
[II, 85b]
II-4
|
27044 |
in klampen zetten |
klampen zetten:
klampǝ zetǝ (L245p Meterik)
|
Het zetten van klampen doet men vooral bij het omringen. [II, 82b]
II-4
|
27030 |
in stuiken zetten |
opstuiken:
opstukǝ (L245p Meterik)
|
Het plaatsen van de turven in kleine turfhoopjes. [II, 84b]
II-4
|
27101 |
indrogen van het grauwveen |
indrogen:
endryǝgǝ (L245p Meterik)
|
Het grauwveen droogt wel minder in dan het zwartveen. [II, 109a]
II-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
därm (L245p Meterik)
|
ingewanden [SGV (1914)]
III-1-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
ēnkule (L245p Meterik)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
34001 |
inspannen |
voorspannen:
vørspanǝ (L245p Meterik)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zalte (L245p Meterik)
|
zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|