e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus neus: naas (Meterik) neus [SGV (1914)] III-1-1
niet drachtig gust: gøst (Meterik) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
nieuwe maan duistere maan: duuster moan (Meterik) maan [donkere ~] [SGV (1914)] III-4-4
nieuws nieuws: nijs (Meterik) nieuws [SGV (1914)] III-3-1
nieuwsgierig nieuwsgierig: nijsgirrig (Meterik) nieuwsgierig [SGV (1914)] III-1-4
niezen niesten: niste (Meterik) niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2
niks waard niks waard: daat is niks wêrd (Meterik) waard (dat is niets ~) [SGV (1914)] III-3-1
nok vorst: vōrst (Meterik) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
okkernoot noot: neut (Meterik), noot (Meterik) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] I-7
olie olie: oalie (Meterik) olie [SGV (1914)] III-2-3