e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mettekoven

Overzicht

Gevonden: 793
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pek hars: hās (Mettekoven) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad harstedraad: hāstǝdrǭt (Mettekoven) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
pennenhouder pennensteel: pennesteil (Mettekoven) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1
peterselie petersel: pai̯təršeͅl (Mettekoven) [ZND 05 (1924)] I-7
peul schaal: sxo͂ͅl (Mettekoven) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: sxōͅl (Mettekoven) [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pōͅle (Mettekoven) [ZND 40 (1942)] I-7
pijpensteel roer: rūr (Mettekoven) Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)] III-2-3
pinkelhoutje pikje: pikske (Mettekoven) Hoe heet het kleine stokje uit 65a dat wegvliegt? [ZND 34 (1940)] III-3-2
pinksteren pinksten: pingse (Mettekoven) Hoe heet de 50e dag na Pasen: Pinksteren of Sinksen? [ZND 40 (1942)] III-3-3