18292 |
polsmof |
moffel:
mūffel (P193p Mettekoven)
|
een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)]
III-1-3
|
31183 |
pompenmaker |
pompenmaker:
pumpǝmēkǝr (P193p Mettekoven)
|
Koperslager die zich vooral toelegt op het vervaardigen en plaatsen van waterpompen. Toen in L 329 de waterleiding haar intrede deed, bleef daar aanvankelijk pompenmaker het woord om een loodgieter aan te duiden; thans wordt het woord in deze betekenis vrijwel niet meer gebruikt. [N 66, 56; L 34, 17a; monogr.]
II-11
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
plantzaad:
plá.nt˲zōt (P193p Mettekoven)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
22806 |
pop |
pop:
pōēp (P193p Mettekoven)
|
Een pop. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
portret (P193p Mettekoven)
|
Portret. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
33573 |
postelein |
postelein:
postelēn (P193p Mettekoven, ...
P193p Mettekoven)
|
postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
21006 |
prei |
poier:
pujoͅr (P193p Mettekoven, ...
P193p Mettekoven),
poor:
pōͅr (P193p Mettekoven, ...
P193p Mettekoven)
|
[ZND 05 (1924)] [ZND 15 (1930)]
I-7
|
33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pekdrāt (P193p Mettekoven)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
van de occâze profitēͅrə (P193p Mettekoven)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
22310 |
proppenschieter |
klotspijp:
klotspep (P193p Mettekoven)
|
Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|