33578 |
rammenas |
rammenas:
ramənās (P193p Mettekoven)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
20529 |
rauw |
rauw:
ra͂w vlāis (P193p Mettekoven)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
ravotten:
ravotte (P193p Mettekoven)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
re (P193p Mettekoven)
|
rij [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
22810 |
refrein |
refrein:
refrēn (P193p Mettekoven)
|
Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
30537 |
regenpijp |
regenbuis:
rēgǝlbøs (P193p Mettekoven)
|
De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.]
II-9
|
21455 |
rekenen |
rekenen:
rekene (P193p Mettekoven)
|
rekenen [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
24548 |
reseda |
roosje van egypte:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
reuske van Egypte (P193p Mettekoven)
|
[ZND 35 (1941)]
I-7
|
20559 |
rest in het glas |
bezinksel:
bəzai̯n’seͅl (P193p Mettekoven)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
34281 |
resten van het eten van dieren |
brokken:
brǫkǝ (P193p Mettekoven)
|
[L 34, 77b]
I-11
|