32996 |
zaaien |
zaaien:
zē̜ǝ (P193p Mettekoven)
|
[N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.]
I-4
|
32691 |
zaaivoren, diep ploegen |
akkeren:
[akkeren] (P193p Mettekoven)
|
Onder diep ploegen wordt in dit lemma primair het ploegen van de zaaivoor verstaan: de manier van ploegen waarbij de aarde ± 20 cm wordt omgezet en waarbij de verspreide mest door de voorschaar of mestinlegger in de voor wordt geschoven, om vervolgens door de opgeploegde aarde te worden bedekt. Akkerland wordt voor wintergraan in het najaar, voor zomergewassen in het voorjaar gezaaivoord. Van een aantal termen in dit lemma, zoals diep (om)akkeren, diep (om)bouwen, (heel) diep ploegen e.d., wordt betwijfeld of ze het ploegen van de normale zaaivoor betreffen. Ze werden hier toch opgenomen, omdat ze niet onder te brengen waren in de lemmata te diep ploegen en ondergronden. Ze zullen in plaatsen waar men voor het ploegen van de zaaivoor een aparte term zonder diep als bepaling kent, van toepassing zijn op het ploegen van een diepere voor dan die welke bij het zaaivoren nodig of gebruikelijk is. Termen voor "twee voren op elkaar ploegen" vindt men ook in het lemma een weide scheuren. Voor (delen van) varianten in de (.. .)-vorm zie men de lemmata diep, ploegen en zaaivoor ca. [JG 1b + 1d; N 11, 42b + 46; N 11A, 108a + 111a + 132; A 27, 24b; Lu 5, 24b; monogr.]
I-1
|
24283 |
zanglijster, lijster |
lijster:
lēster (P193p Mettekoven),
geen fon.doc.
lijster (P193p Mettekoven)
|
lijster [ZND 01 (1922)], [ZND 30 (1939)]
III-4-1
|
19047 |
zich inbeelden |
menen:
ook materiaal znd 27, 39
mâi̯nə (P193p Mettekoven)
|
inbeelden [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
17783 |
zien, kijken |
kijken:
kīke (P193p Mettekoven)
|
kijken [ZND 25 (1937)]
III-1-1
|
22771 |
zingen |
zingen:
zâinge (P193p Mettekoven)
|
III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)]
III-3-2
|
19680 |
zitbank |
bank:
ba͂ŋk (P193p Mettekoven)
|
op het eind van de bank [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
20679 |
zuurkool |
zuurmoes:
zyrmūs (P193p Mettekoven)
|
zuurkool [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
geen fon.doc.
kraai (P193p Mettekoven)
|
kraai [ZND 28 (1938)]
III-4-1
|
18055 |
zwellen |
zwellen:
zwelle (P193p Mettekoven)
|
zwellen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|