e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
levend vlees onder de huid leven, het -: t leëve (Mheer) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: dr leëver (Mheer) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: leeverwoorsjt (Mheer) leverworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
libel en waterjuffer schaar: sjier (Mheer, ... ), sjīēr (Mheer, ... ) libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] || libel, kleine soort, ong. 5 cm, met blauwe en zwarte banden [DC 27 (1955)] || libel, waterjuffer III-4-2
liberaal liberaal: ’t is ’nne liberaal (Mheer) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam corpus (lat.): dr korpus (Mheer), lichaam: lichaam (Mheer), liechaam (Mheer), lijf: lief (Mheer) lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
lichaamskracht macht: maajt (Mheer, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht leewater: leeuwwater (Mheer), leewater (Mheer) leewater [SGV (1914)] || lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
licht vriezen rouwvrosten: rōēvrosse (Mheer) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lichte nevel damp: daamp (Mheer) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4