e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestkever strontsworm: stroo:nswörm (Mheer) mestkever [ZND 14 (1926)] III-4-2
mestplakken verspreiden flatten spreiden: flatǝ špręi̯ǝ (Mheer) De koemestplakken in de wei met een riek of schop uit elkaar slaan, om te voorkomen dat er zich op die plekken schitbossen vormen. [NM, 8b; N 11A, 40b; div.; monogr.] I-2
mestvaalt mestem: mèstem (Mheer), aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019  mistem (Mheer, ... ), mesthoop: mèsthoup (Mheer), aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019  mesthoop (Mheer) [SGV (1914)] [ZND 01 (1922)]hoop droge mest,die bij of op de gierput wordt opgestapeld [DC 18 (1950)] || mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)] I-7
met de kar rijden, iets vervoeren varen: vōrǝ (Mheer) Dit lemma vormt een aanvulling van het lemma met paard en kar rijden in wld I.10. Alleen de opgaven voor de plaatsen waarvoor in WLD I.10 geen materiaal voorhanden was, zijn hier opgenomen. De kaart combineert de gegevens van beide lemmata. [N 17, 94; RND 97; monogr.] I-13
met de linkerhand met de linkse hand: mit de līnkse haand (Mheer) met de linkerhand [ZND 37 (1941)] III-1-2
met de vlakke hand op iemands rug slaan buizen: bowze (Mheer) Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)] III-3-2
met de voorpoten harkend over de grond krabben dabben: dabǝ (Mheer) Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74] I-9
met de zweep slaan of geluid geven knappen: knapǝ (Mheer) Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.] I-10
met een drijftol spelen kokkerellen: kokkerèlle (Mheer) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen dokken: dokke (Mheer) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2