e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olie olie: aolie (Mheer) olie [SGV (1914)] III-2-3
olieverf olieverf: ǭli[verf] (Mheer) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
olifant olifant: Karte 109.  olifant (Mheer) Elefant. III-3-2
omarmen omspannen: umsjpanne (Mheer) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omheinen afmaken: āfmākǝ (Mheer), afpalen: afpalen (Mheer), tuinen: tȳnǝ (Mheer) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Mheer) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: staŋkɛtsǝl (Mheer) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes stegel: štē̜gǝl (Mheer) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van takken getuinde haag: gǝtȳndǝ hāx (Mheer) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omhelzen omhelzen: omhelze (Mheer) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2