e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode bosmier aamzeik: hōēmzeek (Mheer, ... ), gewoon spellingsysteem  hōēmzeek (Mheer) bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || mier, grote donkere [DC 43 (1968)] || mier, kleine rode — [DC 43 (1968)] III-4-2
rode kool rood moes: roed moos (Mheer), roêd moös (Mheer), roëd moos (Mheer) Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)], [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
roede roe(de): rooi (Mheer) een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)] III-3-1
roede, maat van 14 m2 roede: rooj (Mheer) de maat die een oppervlakte aangeeft van 14 vierkante meter [roede] [N 91 (1982)] III-4-4
roeien roeien: roeje (Mheer) door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)] III-3-1
roek raafkraai: raafkraoi (Mheer), raafkròòj (Mheer) roek || roek (46 bekende vogel; zwart met paarsige glans; kale rand boven aan de snavel; broedt in kolonies; leeft in troepen; roep [kao-kao-kao], [waaak] [N 09 (1961)] III-4-1
roep bij verstoppertje spelen piep: piep (Mheer) Kindertaal: uitroep, een teken, dat men zich verstopt heeft. III-3-2
roep- en lokwoord voor de eend piele, piele, piele: pilǝ, pilǝ, pilǝ (Mheer), weggen (zelfst. nmw. mv.): węqǝ (Mheer), wiele: wilǝ (Mheer) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de gans piele, piele, piele: pilǝ, pilǝ, pilǝ (Mheer) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de haan tok, tok, tok: tǫk, tǫk, tǫk (Mheer) In vraag 2a van de "Amsterdamse" lijst 6 werd specifiek gevraagd naar "lok- of roepnaam voor de haan". Een groot aantal informanten zegt geen onderscheid te maken bij het roepen of lokken van haan, hen of kuiken. De antwoorden die specifiek werden gegeven voor lok- of roepnaam voor de haan zijn in dit lemma opgenomen. [A 6, 2a] I-12