e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stempelen stempelen: sjtèèmpele (Mheer), Karte 422.  stempel(e)n (Mheer), Slechts twee keer is een tegenstelling ontstaan tussen Nederlands-Limburg en de Voerstreek enerzijds, en Oud-Belgisch-Limburg anderzijds:  stempelen (Mheer) het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)] || stempelen || stempeln (Arbeitslosenunterstützung beziehen) III-3-1
stemvork stemvork: sjtimveurk (Mheer) Het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork]. [N 90 (1982)] III-3-2
stenen omheining muur: mōēr (Mheer) een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)] III-2-1
stenen pot, keulse pot pot: pot (Mheer) een stenen pot (hard gebakken, blauwgrijs) [ZND 32 (1939)] III-2-1
sterven kapotgaan: WLD  kapot gooë (Mheer), sterven: schterve (Mheer), shterve (Mheer), štɛrəvə (Mheer) Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-2-2, III-4-2
stevig, gezegd van voedsel vullig: völlig (Mheer) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiefdochter stiefdochter: sjteëfdoojter (Mheer) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefkinderen stiefkinder: sjteëfkīēnder (Mheer) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: sjteëfmôodder (Mheer), vroeger  sjteëfmoor (Mheer) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouders: sjteëfowwersj (Mheer) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2