e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veel drinken zuipen: zoepe (Mheer), zōēpe (Mheer, ... ) zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)] III-2-3
veel geld waard veel geld waard: vööl gèèld weerd (Mheer) veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)] III-3-1
veel moeten betalen dokken: dokke (Mheer) veel kosten hebben, veel moeten betalen [brokken] [N 89 (1982)] III-3-1
veel te grote schoen schip: schep (Mheer) schoen, veel te grote ~ [affeseersjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
veel te wijde broek flotsbroek: flots-brook (Mheer) broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)] III-1-3
veenachtig, moerassig, laaggelegen land vuilgebroedenis: vulgǝbrø̄tǝnes (Mheer) Naast de enqu√™tevragen I, 4 ("Hoe noemt men een moerassige wildernis met struikgewas en bomen?") en II, 9 ("Hoe noemt men veenachtig, moerassig land?") zijn in dit lemma ook verwerkt de opgaven van N 27, 20 (Hoe noemt men een moeras, de natte, weke grond zonder behoorlijke afwatering?") en monografische gegevens. Uit dergelijk moerasachtig, laaggelegen land wordt de tussenturf gewonnen. De opgaven suggereren wellicht dat in al de genoemde plaatsen tussenturf werd gestoken. Dat is zeker niet het geval geweest. De mogelijkheid tot het steken van deze turf was daar wel aanwezig. Vergelijk dit lemma met het lemma ''veen, moergrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond''. De bronnenopgave is daar echter anders. [I, 4; II, 9; N 27, 20; monogr.] II-4
veengrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond ven: ven (Mheer) Een stuk grond waarop het mogelijk is een bepaald soort turf te steken. [I, 3; N 27, 4a; N 27,18a; S 39] II-4
veerpont veer: veer (Mheer), vèèr (Mheer) het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] || veer (overvaart) [SGV (1914)] III-3-1
veevoer verzamelen kruiden: kruu̯ǝ (Mheer) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vegen, keren keren: kèère (Mheer), vegen: kève (Mheer), vège (Mheer) Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)] || vegen [SGV (1914)] III-2-1