24988 |
heen en weer (bewegen) |
heen en weer:
ə lupt hee:n en wee:r (Q196p Mheer),
klotsen:
kloetsje (Q196p Mheer)
|
heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] || sterk heen en weer bewegen, gezegd van bijv. water in een glas [zwalpen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21285 |
heer |
heer:
hi.ər (Q196p Mheer)
|
heer [RND]
III-3-1
|
33329 |
heerboer |
halfer:
halfer (Q196p Mheer)
|
Eigenaar van een groot boerenbedrijf, van minstens 100 ha, zo wordt wel opgegeven, die zijn bedrijf heeft geërfd of gekocht. In raderboer is rader, "wielen" als pars pro toto op te vatten voor "wagens": een boer die veel wagens bezit. [A 10, 2c; monogr.]
I-6
|
24607 |
heermoes |
kattenstaart:
-
katte - sjtart (Q196p Mheer),
kattestaart:
katǝštart (Q196p Mheer)
|
Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] || Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.]
I-5, III-4-3
|
18897 |
heerszuchtig |
meester jan:
meesterjaan (Q196p Mheer)
|
de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18015 |
hees, schor |
hees:
heisch (Q196p Mheer),
hèèsj (Q196p Mheer)
|
hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19447 |
heg, haag |
haag:
haag (Q196p Mheer)
|
Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24168 |
heggenmus |
haagmus:
haagmusj (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer)
|
heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] || Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
23208 |
heilig |
heilig:
hèllig (Q196p Mheer)
|
heilig [SGV (1914)]
III-3-3
|
22506 |
heimelijk tekens geven |
blikken:
blikke (Q196p Mheer)
|
Heimelijk tekens geven bij het kaarten [blikken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|