e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pad aanmaaien (zwad, enz.) aanmaaien: (zwad, enz.) aanmaaien (Mheer) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
pad, paadje pad, paadje: paad?, pê (Mheer), pat (v), pèj (Mheer), pèèdsje (Mheer), weg, weggetje: wèègske (Mheer) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] || pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) champignon: šampəljoŋ (Mheer), eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040  sjampeljoong (Mheer), WLD  zjampeljong (Mheer, ... ), jodenoor: juddeāōr (Mheer) paddestoel [RND], [SGV (1914)], [ZND 15 (1930)] || Paddestoel met hoed in het algemeen (kamperoen). [N 92 (1982)] || paddestoel, Een eetbare ~ in het algemeen (foens, kampernoelie). [N 92 (1982)] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgeblazen (dik): opgeblaoze (Mheer), papperig (dik): papperig (Mheer) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette git: gitte (Mheer) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag rammel: rammel (Mheer) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum kostuum: kestŭŭm (Mheer), montoering is verdwenen sedert 1935  kostuŭm (Mheer), pak: ein nu pak (Mheer), pak (Mheer) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3
paling, aal aal: èl (Mheer), êl (Mheer) aal [SGV (1914)] || paling [SGV (1914)] III-4-2
palmboompje palmenstruik: verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041  paumestroe:k (Mheer) palmboompje [ZND 15 (1930)] III-4-3
pandoeren (kaartspel) pandoeren: pandoere (Mheer) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2