e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
perzik pche-je: peeske (Mheer) perzik [SGV (1914)] I-7
pesten (kaartspel) pesten: peste (Mheer) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
pesterij temptatie: temptaasje (Mheer) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-1-4
pet: algemeen flat: flet (Mheer, ... ), flèt (Mheer), kalot (<fr.): kalot (Mheer), pats: patsch (Mheer), patsj (Mheer) Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] || pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
peterselie peterselje: pitərsilsjə (Mheer) [ZND 05 (1924)] I-7
petroleum ptrole (fr.): pétrol (Mheer) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4
petunia petunia: WLD  petunía (Mheer) [N 92 (1982)] I-7
peul leut: lööte (Mheer) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) leut: läöt (Mheer), lööt (Mheer, ... ), lööte (Mheer) [N Q (1966)] I-7
peulen, doppen (ww.) leuten: laöte (Mheer), lööte (Mheer) [N Q (1966)] [ZND 40 (1942)] I-7