33566 |
perzik |
pche-je:
peeske (Q196p Mheer)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
22556 |
pesten (kaartspel) |
pesten:
peste (Q196p Mheer)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19139 |
pesterij |
temptatie:
temptaasje (Q196p Mheer)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18281 |
pet: algemeen |
flat:
flet (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer),
flèt (Q196p Mheer),
kalot (<fr.):
kalot (Q196p Mheer),
pats:
patsch (Q196p Mheer),
patsj (Q196p Mheer)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] || pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33568 |
peterselie |
peterselje:
pitərsilsjə (Q196p Mheer)
|
[ZND 05 (1924)]
I-7
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
pétrol (Q196p Mheer)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20059 |
petunia |
petunia:
WLD
petunía (Q196p Mheer)
|
[N 92 (1982)]
I-7
|
21063 |
peul |
leut:
lööte (Q196p Mheer)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
leut:
läöt (Q196p Mheer),
lööt (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer),
lööte (Q196p Mheer)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
leuten:
laöte (Q196p Mheer),
lööte (Q196p Mheer)
|
[N Q (1966)] [ZND 40 (1942)]
I-7
|