e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pimpelmees meesje: meeske (Mheer), pimpelmees: pimpelmees (Mheer), pimpeltje: pimpelke (Mheer) pimpelmees [ZND 43 (1943)] || pimpelmees (11,5 blauwe kop, gele onderkant; nogal bekend, komt voor als koolmees [052] [N 09 (1961)] III-4-1
pink pink: peenk (Mheer) Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] III-1-1
pinkelen pinkelen: pinkele (Mheer) Het spel waarbij een stokje dat aan beide kanten aangepunt is, met een langere stok omhoog- en weggeslagen wordt [kiskassen, kallen, pinkelen, pinkeren, giezen, klink spelen, -doen, -slagen, hillen, lillen, kisslagen, kissen]. [N 88 (1982)] III-3-2
pinksterbloem kalverbloem: kǭvǝrblom (Mheer), kalver-bloem  kaover-blom (Mheer), pinksterbloem: pēŋkstǝrblom (Mheer), vleesbloem: vleesbloem (Mheer, ... ) Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
pinksteren pinksteren: Pinkstere (Mheer) Pinksteren [SGV (1914)] III-3-3
pint, maat van 0,5 liter pint: peent (Mheer) de maat die een inhoud aangeeft van 0,5 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)] III-4-4
pioen stokroos: -  sjtok-roeze (Mheer), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  sjtokroes (Mheer), stokroes (Mheer) [DC 17 (1949)]Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.) [DC 17 (1949)] I-7, III-2-1
pissebed wild varken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  wīld vèèreke (Mheer), WLD wild varken!  weeld vèèrke (Mheer) Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] || pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit van een steenvrucht kern: kjan (Mheer, ... ), kên (Mheer), WLD  keeën (Mheer) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] || kern [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] I-7
pit, kern van fruit kern: kjan (Mheer, ... ), pit: petə (Mheer) [RND 08] [ZND 01 (1922)] [ZND 27 (1938)] I-7