24405 |
rode bosmier |
aamzeik:
hōēmzeek (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer),
gewoon spellingsysteem
hōēmzeek (Q196p Mheer)
|
bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || mier, grote donkere [DC 43 (1968)] || mier, kleine rode — [DC 43 (1968)]
III-4-2
|
20655 |
rode kool |
rood moes:
roed moos (Q196p Mheer),
roêd moös (Q196p Mheer),
roëd moos (Q196p Mheer)
|
Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)], [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
21733 |
roede |
roe(de):
rooi (Q196p Mheer)
|
een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25314 |
roede, maat van 14 m2 |
roede:
rooj (Q196p Mheer)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 14 vierkante meter [roede] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21183 |
roeien |
roeien:
roeje (Q196p Mheer)
|
door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24235 |
roek |
raafkraai:
raafkraoi (Q196p Mheer),
raafkròòj (Q196p Mheer)
|
roek || roek (46 bekende vogel; zwart met paarsige glans; kale rand boven aan de snavel; broedt in kolonies; leeft in troepen; roep [kao-kao-kao], [waaak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22755 |
roep bij verstoppertje spelen |
piep:
piep (Q196p Mheer)
|
Kindertaal: uitroep, een teken, dat men zich verstopt heeft.
III-3-2
|
34546 |
roep- en lokwoord voor de eend |
piele, piele, piele:
pilǝ, pilǝ, pilǝ (Q196p Mheer),
weggen (zelfst. nmw. mv.):
węqǝ (Q196p Mheer),
wiele:
wilǝ (Q196p Mheer)
|
[L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.]
I-12
|
34552 |
roep- en lokwoord voor de gans |
piele, piele, piele:
pilǝ, pilǝ, pilǝ (Q196p Mheer)
|
Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6]
I-12
|
34530 |
roep- en lokwoord voor de haan |
tok, tok, tok:
tǫk, tǫk, tǫk (Q196p Mheer)
|
In vraag 2a van de "Amsterdamse" lijst 6 werd specifiek gevraagd naar "lok- of roepnaam voor de haan". Een groot aantal informanten zegt geen onderscheid te maken bij het roepen of lokken van haan, hen of kuiken. De antwoorden die specifiek werden gegeven voor lok- of roepnaam voor de haan zijn in dit lemma opgenomen. [A 6, 2a]
I-12
|