e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd bevroren: bevrore van de kow (Mheer), verkild: verkĕld (Mheer) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkoper verkoper: verkuiper (Mheer) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden verkouden: verkowwe (Mheer) Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] III-1-2
verkoudheid kou: e hat n zjoer kow (Mheer), ɛng kôw op et lie:f (Mheer), Ruwer  ɛng kow op zenne zak (Mheer), snop: ich hub de sjnoep (Mheer), ich hub mich n sjnoep getrappeerd (Mheer), sjnoep (Mheer), zware kou: e hat n zjoer kow (Mheer) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] III-1-2
verkwisten verbrassen: verbrasse (Mheer) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlegen bleu: blūū: (Mheer) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verlegen (zijn) tutterig: tutterig (Mheer) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verliezen verliezen: verleezen (Mheer), verleze (Mheer, ... ), verleëze (Mheer, ... ) verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] || wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-1, III-3-2
vermaak amusement: amŭŭzemèènt (Mheer) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermengen mengelen: mingele (Mheer) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4