e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstandig verstandig: verschtendig (Mheer), versjtendig (Mheer) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies oogtand: oogstânt (Mheer) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1
verstellen stukken: štø̜kǝ (Mheer), stukkeren: štøkǝrǝ (Mheer) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen kloekepiep hellen: kloekepiep helle (Mheer), koekepiep spelen: koekepiep schpele (Mheer), piepekloek hellen: piepekloek helle (Mheer), piepekoek spelen: piepekoek spelen (Mheer), versteken: versjteeke (Mheer) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || Verstoppertje spelen. III-3-2
verstuiken verstuiken: verschtŏkt (Mheer), verschtøke (Mheer), verstoekt (Mheer) ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)] || verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
verteerde mest korte mest: kǫrtǝ [mest] (Mheer) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertrouwen vertrouwen: vertroewe (Mheer, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
vervanger remplaant (fr.): rampelesaant (Mheer) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1
vervelend werk gefriemel: gefriemel (Mheer) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling verveling: vervèèling (Mheer) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4