e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vruchtbare grond wasbare grond: wāsbǝrǝ grōnt (Mheer) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtgebruik leeftocht: leftoojt (Mheer), tocht: toch (Mheer) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] || hoe heet het levenslang vruchtgebruik van een goed bv. van een huis ? [ZND 32 (1939)] III-3-1
vuil waterx gemoerd water: gemuijerd water (Mheer) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: n vōēst (Mheer) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuistslag op de rug bos: bos (Mheer) Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] III-3-2
waaienx waaien: het wɛ̄jde (Mheer), wĕĕje (Mheer), wɛ̄je (Mheer) het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
waarderen waarderen: wardeere (Mheer) op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)] III-1-4
waarschuwen waarschuwen: waarsjŭŭwe (Mheer) het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] III-3-1
wacht wacht: wacht (Mheer) de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachthouden bij een dode waken: wake (Mheer) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2